Net als in de eerste helft van het jaar waren de financiële markten in het derde kwartaal van 2024 zeer bewegelijk. Het macro-economische beeld verslechterde iets. De Amerikaanse economie leek af te zwakken, maar dat gold nog meer voor de Europese economie. De gepubliceerde cijfers suggereerden dat er sprake was van krimp, vooral in de industrie. Met name de Duitse productiesector staat onder druk, mede doordat de economie in China afzwakt en de energieprijzen relatief hoog zijn. In China heerste veel economische onrust en de economische groei stelde teleur. De onrust in de wereld nam bovendien toe doordat de crisis in het Midden-Oosten verder escaleerde.
Daar stond tegenover dat de inflatie zich gunstig ontwikkelde. De Europese inflatie daalde in het derde kwartaal van 2,5% naar 1,8% en kwam daarmee onder de 2%-doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB). Ook de Amerikaanse inflatie nam af. Dit gaf de centrale banken de ruimte om hun beleidsrente te verlagen. De ECB voerde, zoals verwacht, de tweede verlaging van haar beleidsrente door in september. De kans op verdere verlagingen in oktober en december neemt toe. Ook de Amerikaanse Fed verlaagde zijn beleidsrente en wel met een grote stap van 0,50%. Vooralsnog worden de kansen op een recessie lager ingeschat. Beleggers lijken voorzichtig optimistisch nu de inflatie is gestabiliseerd en de beleidsrentes zijn verlaagd.
Aandelen
Begin juli veranderde de situatie op de aandelenmarkten. In de eerste helft van het jaar werden de resultaten vooral gedreven door de grote Amerikaanse technologiebedrijven. In juli bleven hun aandelen juist achter. Deze bedrijven publiceerden teleurstellende resultaten. Beleggers begonnen voorzichtige vraagtekens te zetten bij de toegevoegde waarde van artificial intelligence (AI), ondanks de forse investeringen die al deze bedrijven hierin gedaan hebben.
Begin augustus nam de onrust verder toe doordat de Japanse aandelenkoersen enorm hard daalden, wat leidde tot een verkoopgolf. Halverwege die maand bleek echter dat deze reactie overtrokken was en herstelden de markten weer. Het herstel was echter van korte duur, want teleurstellende cijfers begin september lieten de koersen weer dalen. Na de verlaging van de Amerikaanse beleidsrente daalden de marktrentes, waardoor de koersen weer flink opveerden. Vooral kleinere bedrijven profiteerden, want zij zijn gevoeliger voor rentebewegingen. Ten slotte werd het sentiment geholpen doordat de Chinese overheid in september fiscale en monetaire maatregelen aankondigde om de economie te steunen.
Obligaties
Over het hele kwartaal genomen behaalden obligaties positieve rendementen. Doordat de inflatie afnam en de economische groei afzwakte, daalden de rentes. Dat betekent dat de obligatiekoersen stegen. Bovendien daalden de marktrentes doordat de centrale banken hun beleidsrentes verlaagden. Zo daalde de Duitse tienjaarsrente van 2,50% naar 2,12%.
Microkredieten
Het fonds belegt geld in microfinancieringsinstellingen (MFI’s) in opkomende landen. Naar verwachting blijft de mondiale economische groei gedurende de tweede helft van 2024 laag. Voor de regio’s waarin het fonds belegt, lopen de verwachtingen uiteen. Het fond belegt het meest in Azië, met het zwaartepunt in India. In deze regio wordt een solide economische groei verwacht. India blijft zich onderscheiden door economische groei en een positieve marktdynamiek, ook na de verkiezingen in het afgelopen kwartaal. Noord-Afrika en het Midden-Oosten blijven achter als gevolg van het conflict in Israël. Het fonds belegt nauwelijks in deze regio.
Duurzame beleggingsdoelstelling – Artikel 9