De financiële markten waren in het tweede kwartaal van 2025 erg wisselvallig. Dat werd vooral veroorzaakt door geopolitieke ontwikkelingen. Het kwartaal begon met ‘Liberation Day’ op 2 april, toen president Trump zijn handelstarieven aankondigde voor de belangrijkste handelspartners van de Verenigde Staten. Als reactie hierop doken de aandelenkoersen wereldwijd met meer dan 15% naar beneden. Vooral Amerikaanse aandelen en aandelen in de sectoren energie en IT werden hard geraakt. De koersen begonnen zich te herstellen toen Trump een pauze van 90 dagen aankondigde voor de meeste tarieven, behalve die voor China.
Hoewel de financiële markten zich in de maanden daarop voorzichtig herstelden, hadden ze te kampen met veel onzekerheid vanwege Trumps handelsbeleid. In mei annuleerde Trump de handelsrestricties voor de chipsector, die zijn voorganger Biden had opgelegd. Daarop stegen de beurskoersen van de Magnificent Seven (Apple, Microsoft, Alphabet, Amazon, Nvidia, Meta en Tesla), evenals die van Broadcom en andere bedrijven in de chipsector. Door de onzekerheid over de handelstarieven en de kans op renteverlagingen in de Verenigde Staten bleef de koers van de Amerikaanse dollar dalen ten opzichte van de euro.
In de eurozone daalde de inflatie in het tweede kwartaal voor het eerst sinds september 2024. De Nederlandse inflatie bleef hoger dan die in andere eurolanden.
In juni veroorzaakten de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten – tussen Israël en Palestina, en Israël en Iran – wisselvalligheid op de financiële markten. De olieprijzen stegen met ruim 7%. Ondanks deze onzekerheid lijkt de markt minder gevoelig te zijn geworden. De koersschommelingen zijn wat afgenomen. De economische cijfers over de maand juni bleven relatief sterk. De kans op een recessie wordt nog steeds kleiner.
Aandelen
De koersen van aandelen gingen flink op en neer. Vooral op regioniveau waren de verschillen groot. Europese aandelen deden het aan het begin van het kwartaal veel beter dan Amerikaanse, vooral in de nasleep van Liberation Day. In reactie daarop ruilden beleggers hun Amerikaanse beleggingen om voor Europese aandelen. Daarnaast had de daling van de dollarkoers een fors negatief effect op de rendementen van Amerikaanse beleggingen.
Vooral de koersen van bedrijven in sectoren die gevoelig zijn voor economische ontwikkelingen gingen sterk op en neer. Dat gold bijvoorbeeld voor informatietechnologie en cyclische consumentengoederen. De koersen in zowel de IT- als de chipsector daalden in april als reactie op de aangekondigde handelstarieven. Beleggers maakten zich zorgen over wat de tarieven kunnen betekenen voor de toeleveringsketens van deze partijen. Nadat Trump de handelsrestricties voor de chipsector had teruggedraaid, gingen de koersen in de IT-sector weer omhoog. De Magnificent Eight (nu inclusief Broadcom) gingen weer aan kop. De sector gezondheidszorg presteerde het hele tweede kwartaal slecht. Vooral de koersen van Amerikaanse bedrijven in deze sector daalden omdat zij naar verwachting last zullen krijgen van de gevolgen van Trumps Big Beautiful Bill en de bijbehorende bezuinigingen op MedicAid.
Obligaties
Ook de obligatiekoersen gingen op en neer in de loop van het tweede kwartaal. In april daalde de rente op tienjarige staatsobligaties van zowel Nederland als Duitsland fors. In beide gevallen was dat het gevolg van de aangekondigde importheffingen van president Trump. Door deze daling namen de verschillen in rentes tussen verschillende landen toe. Ook het verschil tussen de korte en lange rente groeide vanwege de verwachting dat de centrale banken de rente zouden gaan verlagen. De Europese Centrale Bank verlaagde op 17 april de rente naar 2,25% en op 5 juni verder naar 2%. Later in het kwartaal daalden de renteverschillen (landenspreads) tussen veiligere staatsobligaties van Duitsland en die van andere Europese landen. De aanleiding hiervoor was de verwachte groei van de overheidsuitgaven van Duitsland voor defensie en infrastructuur. De rente op een tienjarige Nederlandse staatsobligatie eindigde het kwartaal uiteindelijk flink hoger op 2,81%.
Microkredieten
Het fonds belegt geld in microfinancieringsinstellingen (MFI’s) in opkomende landen. Ook zij hebben te maken met de toegenomen wisselvalligheid op de financiële markten en de aanhoudende onduidelijkheid over de handelstarieven van de Verenigde Staten. Hoewel wordt verwacht dat de wereldeconomie veerkrachtig blijft, hebben opkomende landen last van de huidige onzekerheden en het achterblijven van hun economische ontwikkeling. Als gevolg daarvan hadden kleine bedrijven problemen met de terugbetaling van hun microkredieten en vroegen ze minder leningen aan. Dit versterkt het belang van financiële inclusie. De toegang tot spaarproducten, verzekeringsproducten en microkredieten stelt huishoudens in opkomende markten immers in staat om meer grip te krijgen op hun financiële stabiliteit en veerkracht.
Duurzame beleggingsdoelstelling – Artikel 9