Onderzoek: wat carbon credits opleveren voor de biodiversiteit

Is biodiversiteit slechts bijvangst voor carbon credits? ASN Impact Investors ging op onderzoek uit.

Carbon credits, verhandelbare CO2-certificaten om onvermijdbare uitstoot te compenseren, zijn niet onomstreden. ASN Impact Investors onderzocht de belangrijkste aanbieders en ontwikkelde een framework waarmee investeerders kunnen bepalen welke certificaten werkelijk impact maken op biodiversiteit.

Bomen die massaal worden geplant, als monocultuur op een willekeurige plek. Aardgas dat
wordt gecompenseerd met carbon credits waarvan de onderliggende waarde niet meer valt
te achterhalen. Regelmatig duiken kritische berichten op over carbon credits (koolstofcertificaten),
de verhandelbare emissierechten waarmee bedrijven en consumenten hun CO2-uitstoot
kunnen compenseren.

De rol van carbon credits in co2- reductie

In theorie kunnen carbon credits een goede bijdrage leveren aan het terugbrengen van de mondiale
CO2-uitstoot. Ze geven bedrijven de mogelijkheid hun niet-vermijdbare uitstoot van broeikasgassen
te compenseren met koolstofcertificaten. In feite kopen ze zo extra tijd om hun processen aan te
passen en alsnog te voldoen aan hun duurzame ambities.
Deze ‘vrijwillige’ compensatie bestaat naast de verplichte markt, waar de overheid een limiet stelt
aan de maximale uitstoot voor bedrijven in bepaalde sectoren. Bedrijven met een overschot aan
uitstootrechten kunnen dan handelen met bedrijven met een tekort aan rechten. Een voorbeeld is
het Europese emissiehandelssysteem (ETS), dat van toepassing is op elektriciteitsproductie, zware
industrie en de luchtvaart binnen Europa.

Hoe werkt de carbin credit markt? Er zijn twee verschillende markten, de verplichte markt en de vrijwilige markt. In de vrijwillige markt slaan projecten co2 op of vermijden co2uitstoot die ze vervolgens verkopen aan bedrijven. In de verplichte markt verkopen bedrijven hun overschot aan uitstootrechten aan andere bedrijven

Explosieve groei van de vrijwillige koolstofmarkt

De ‘vrijwillige’ koolstofmarkt ofwel voluntary carbon market (VCM) is de laatste jaren explosief
gegroeid, van zo’n 500 miljoen dollar in 2020 tot twee miljard in 2022. Van dat bedrag ging 60
procent naar bosprojecten in de tropen, zowel gericht op behoud van bestaande bossen als op het
aanplanten van nieuwe bomen. Bosbouw en boslandbouw zijn ook de carbon creditprojecten
waarop het onderzoek van ASN Impact Investors zich richtte.
Een belangrijke voorwaarde om het systeem in de praktijk ook echt te laten werken, is dat het
vrijgekomen kapitaal wordt ingezet om elders CO2 vast te leggen. Tegenover elke credit moet ook echt een ton vermeden of vastgelegde CO2 staat. En geen gebakken lucht.

De juiste inzet van carbon credits

‘De credits spelen een rol bij het tegengaan of ten minste zoveel mogelijk beperken van de klimaatverandering, maar het is wel zaak dat ze op de juiste manier worden ingezet’, zegt Mathijs van
Leeuwen, die voor het ASN Biodiversiteitsfonds de carbon credits onder de loep nam en in Wageningen
Forest & Nature Conservation studeert.
ASN Impact Investors zet met dat fonds in op bedrijven en projecten met een positieve impact op de
biodiversiteit maar investeert zelf niet rechtstreeks in carbon credits. Veel projecten rond bosbouw
en (bos)landbouw binnen het fonds die de biodiversiteit herstellen of beschermen, krijgen ze wel
toegekend. Bomen en andere begroeiing leggen immers CO2 vast, zodat projecten die tot meer
groene biodiversiteit leiden ook CO2 verwijderen uit de atmosfeer.

IMPACT OP BIODIVERSITEIT EN FINANCIËLE BUSINESS CASE

Die credits hebben zo een relatie met biodiversiteit maar gelden nooit als kern of sluitstuk van de
financiële business case, eerder als een bron van extra cashflow, zegt Resink. ‘De business case
moet ook zonder de extra inkomsten uit carbon credits kloppen. We willen namelijk echt zeker zijn
dat de investering positief bijdraagt aan de biodiversiteit. De credits zijn een add-on, een hele mooie
manier om een monetaire waarde toe te kennen aan de biodiversiteit, en we komen het steeds vaker
tegen bij potentiële investeringen.’

Mathijs van Leeuwen

vaststellen. Daarom onderzochten Van Leeuwen
en Jasmijn Resink, analist van de ASN biodiversiteitsstrategie, de wereldwijd meest gebruikte standaarden voor de certificering van carbon credits.

Het fondsmanagement van het ASN Biodiversiteitsfonds had de behoefte om bij hun selectie van bedrijven en projecten de werkelijke waarde van de credits voor de natuur beter te kunnen

Jasmijn Resink, analist van het ASN Biodiversiteitsfonds

Onderzoek naar de impact op biodiversiteit

Wat leveren ze op voor de biodiversiteit? Hoe solide zijn de voorwaarden waaronder ze worden
uitgegeven? En: hoe verhouden die zich tot de strikte duurzaamheidseisen van ASN Impact Investors
zelf?


Van Leeuwen: ‘We maakten eerst een inventarisatie van de indicatoren die de uitgevers van carbon
credits hanteren. Denk daarbij aan partijen als Verra, dat verreweg de meeste van de koolstofkredieten
certificeert, en Gold Standard, dat is opgezet door onder meer het Wereldnatuurfonds. In de VS heb je een uitgever als de American Carbon Registry, die voor het California Cap-and-Trade programma de certificering verzorgt. Hun criteria hebben we afgezet tegen de laatste inzichten uit wetenschappelijke publicaties en onze eigen duurzaamheidscriteria.’

Criteria Beschrijving
Permanence The time horizon of the project.
Carbon buffer The extent to which projects are required to have a carbon buffer in place in case of impact reversal.
Project termination Penalties for early project termination.
Additionality The criteria that the standard/protocol uses to ensure that i impacts are additional.
Third-party verification The type and frequency of third-party verification.
Local communities The requirements regarding the consideration and inclusion of local communities in the project.
Buffer zone and leakage Criteria regarding the presence of buffer zone and the avoidance of leakage towards adjacent areas?
Biodiversiteit Criteria Beschrijving
Exotic (non-native) species Criteria for the use exotic (non-native) species for projects.
Invasive species Criteria on the use of invasive species for projects.
Species composition Criteria on the type of species compensation that is required for projects.
Harvesting regime The types of allowed harvesting management.
Endangered species Requirements for safeguarding the existence of endangered species in the project area?
Dead wood Are forestry projects required to leave dead woody biomass for biodiversity purposes?
HCV and or critical habitats Is there any consideration for the presence of high conservation value or critical habitats for the project?

AUDITS DOOR ONAFHANKELIJKE EXPERTS


Of tegenover de carbon credits werkelijk vastgelegde CO2 staat, laten alle uitgevende instanties met
regelmaat auditen door onafhankelijke experts. Resink: ‘Wat dat betreft voldoen de belangrijkste
standaarden aan wat er ervan mag verwachten. De credits van de leidende uitgevers worden
bijvoorbeeld niet vooraf toegekend. Bij het beheer van een jong bos neemt de CO2-potentie daarvan
per jaar toe, maar die extra credits komen pas vrij zodra die impact ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.’
‘Wat wel opviel en tegelijk logisch en jammer is: ze zijn echt gericht op het vastleggen van carbon.
Het effect op natuurlijke ecosystemen en diersoorten wordt minder meegenomen in de criteria en
audits. Dat is wel een gemiste kans, want uiteindelijk hangt het succes van klimaatbeleid sterk af van
een gezonde biodiversiteit.’

AANBEVELINGEN VOOR INVESTEERDERS

Dat is ook een eerste aanbeveling die het onderzoek opleverde voor investeerders: ga na of de
credits samenhangen met gerealiseerde impact en niet vooraf worden toegekend. Van Leeuwen:
‘Als CO2-claims achteraf gebakken lucht blijken, heb je als belegger onterecht impact gerapporteerd.
Dat wil je voorkomen, bovendien riskeer je in zo’n geval reputatieschade’, zegt Van Leeuwen.

Selectie framework: Uitkomst 1:  Focus op ex-post credits genereren Uitkomst 2: Science-based target setting voor kopers van credits, e.g. SBTI Uitkomst 3: voorkeur voor resoration projecten. Uitkomst 4: Strengere eisen voor biodiversiteit, Uitkomst 5: Betrekking van IPs & LCs bij projecten en benefit sharing. Uitkomst 6: Leakage is een uitdaging voor carbon projects

Een tweede bevinding uit de analyse die ook ASN Impact Investors voortaan meeneemt in haar
beleid: aan welke partijen worden de carbon credits die een duurzame activiteit oplevert, verkocht?
‘Stel zeker dat het kopers zijn die zelf ook uiterst bewust omgaan met hun eigen CO2-mitigatie en
daar concreet beleid op voeren. De credits mogen niet worden gebruikt als excuus om stil te blijven
staan in de duurzame transitie.’


Resink: ‘Ze gelden echt als het laatste instrument dat moet worden ingezet. Je hebt er als investeerder
nooit 100 procent invloed op, maar je kunt zeker wel vragen stellen over de afspraken die bestaan omtrent de vervreemding van certificaten'.

NATUURHERSTEL BOVEN NATUURBESCHERMING

Als carbon credits worden uitgegeven voor CO2 die wordt vastgelegd in de natuur, heeft wat de
onderzoekers betreft natuurherstel de voorkeur boven natuurbescherming. ‘In dat laatste geval
worden de credits uitgegeven voor ontbossing die wordt vermeden doordat een bos bijvoorbeeld
minder of later wordt gekapt. De mate waarin dat risico wordt vermeden dankzij de toegekende
credits komt neer op een schatting. De zogeheten additionaliteit van carbon credits moet echt een
punt van onderzoek zijn voor investeerders die naar maximale biodiversiteitsimpact streven.’

Natuurherstel biedt een concreter resultaat, aangezien het leidt tot méér begroeiing. Dat is objectief
te meten. ‘Tegelijkertijd is de bescherming van bestaand bos wel van onschatbare waarde, dus het
is goed dat ook daar credits voor worden uitgegeven. De partijen achter de standaarden verfijnen
gelukkig hun methoden om de vermeden ontbossing nauwkeurig en realistisch te kunnen vaststellen.’

BIODIVERSITEITSDATA EN MONITORING

Voor hun rapportages zijn de certificeringsbedrijven wel deels afhankelijk van de biodiversiteitsdata
die de aanvragers van carbon credits zelf verstrekken, tekent Van Leeuwen aan. ‘Daarom vinden wij
het belangrijk om hen actief te blijven challengen op hoe ze de impact meten.’

‘Te vaak wordt gemonitord op basis van de
verhouding tussen boomsoorten, terwijl dat een
te beperkt beeld geeft van de daadwerkelijke
staat van het ecosysteem, waarin ook zoogdieren,
vogels en insecten leven. Daarom kijken we
of ze ook verder gaan. In een leefbare wereld
hoort per slot ook een gezonde biodiversiteit.’

Betrokkenheid van lokale gemeenschappen

Voor het behoud van die biodiversiteit is het
daarnaast altijd belangrijk dat lokale gemeenschappen delen in de baten van projecten en in harmonie met de natuur in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Bij ASN Impact Investors is dit een voorwaarde voor de selectie van investeringen.

‘De standaarden voor carbon credits hebben hier ook criteria voor, maar die blijven regelmatig steken in een papieren exercitie: in de praktijk blijft de sociale impact soms achter. In de media duiken regelmatig verhalen op over negatieve gevolgen voor lokale gemeenschappen.’

Risico op leakage

Bovendien kan bij een op zichzelf geslaagd natuurherstelproject leakage optreden. Resink: ‘Dan
wordt de ontbossing in een bepaald gebied inderdaad gestuit, maar wijkt de lokale bevolking uit om
elders in het inkomen te kunnen voorzien. Dan bestaat het risico dat daar alsnog bomen worden
gekapt of de biodiversiteit op een andere manier onder druk komt te staan en bereik je per saldo
geen impact. Daarom bevragen we de projecten daar actief over: hoe groot schat je het risico op
leakage in en wat doe je om het te beperken?’


Overigens hebben de onderzoekers ook gekeken naar biodiversiteitscredits. Een veel nieuwer
instrument dan de emissieversie, waarbij de credits direct worden verleend voor beschermde en
herstelde natuur. Voor projecten in kustgebieden zijn nog recenter blue carbon credits ontwikkeld.


Van Leeuwen: ‘Ze hebben beide de potentie om bij te dragen aan impact, maar staan nog in de
kinderschoenen. Het is ook veel ingewikkelder om biodiversiteit te meten en om te zetten in een
goed vergelijkbare eenheid, zoals de tonnen CO2 bij carbon credits.’

TOEKOMST VAN INVESTERINGEN MET CARBON CREDITS


Kijken de fondsmanagers achter het ASN Biodiversiteitsfonds nu anders naar mogelijke investeringen
met de aanbevelingen van dit onderzoek in de hand? Resink: ‘We zijn zeker anders gaan denken
over carbon credits en de mogelijkheden ervan. We weten nu in welke mate de uitgevers ervan
biodiversiteit opnemen in hun voorwaarden. Geen van de carbon credit standaarden voldoet
momenteel overigens aan alle duurzaamheidscriteria die wij zelf hanteren. Daarom is dit onderzoek
zo handig: we weten nu aan welke criteria ze wel en niet voldoen en waar wat dat betreft gaten
vallen. Zo konden we het framework ontwikkelen op basis waarvan we projecten nu challengen
tijdens onze due diligence om de investering te kunnen beoordelen. Als je dat kritisch doet en je
maakt afspraken kunnen er mooie dingen ontstaan.’

MARKTONTWIKKELING EN TOEKOMSTVISIE


Van Leeuwen: ‘Het is duidelijk dat de markt voor carbon credits zich ontwikkelt, volwassener wordt
als het gaat om de methodes en de manier waarop partijen nadenken over mogelijke risico’s. Dit
onderzoek helpt ons niet alleen om scherper en beter te selecteren, we willen ook actief bijdragen
aan de doorontwikkeling van de carbon credits markt, met name als het gaat om het mitigeren van
risico’s voor beleggers. Als we dit onderzoek over 5 jaar herhalen, weet ik zeker dat opnieuw goede
stappen zijn gezet en dat we tot andere conclusies zullen komen.’

Meer informatie?

Neem dan contact op met Nick Brugman, Head Third Party Distribution via:

nick.brugman@asnimpactinvestors.com

Lees meer over investeringen van het ASN Biodiversiteitsfonds