Belegt in staatsobligaties en in groene en sociale obligaties
Het ASN Duurzaam Obligatiefonds belegt in staatsobligaties en in groene en sociale obligaties in euro’s van (semi-) overheden die voldoen aan onze strikte duurzaamheidscriteria. We beleggen minstens 85% van de portefeuille in staatsobligaties. Overheden hebben een essentiële rol bij het realiseren van een duurzame, rechtvaardige maatschappij. Zij zorgen immers voor basisbehoeften als wonen, schoon water en gezondheidszorg.
Duurzame beleggingsdoelstelling – Artikel 9
Dit beleggingsfonds richt zich specifiek op het behalen van duurzame beleggingsdoelstellingen, daarom rapporteert het fonds onder artikel 9 van de SFDR. Duurzaamheid is dan ook een verbindend en verplicht onderdeel van het beleggingsproces.
De landen waarin het fonds belegt, worden beoordeeld op twee punten: hun duurzaamheid en hun terugbetaalcapaciteit. Hoe beter een land scoort op de combinatie van duurzaamheidscriteria en terugbetaalcapaciteit, des te meer het fonds erin belegt. De terugbetaalcapaciteit is de verhouding tussen de belastinginkomsten en de renteverplichtingen van een land.
De twee duurzame doelstellingen
Klimaat
Het verminderen van de uitstoot van CO2 van de staatsobligaties in de portefeuille per jaar in lijn met de Overeenkomst van Parijs.
Biodiversiteit
Het vermijden van de uitstoot van CO2 van de groene en sociale obligaties in de portefeuille.
Voor het ASN Duurzaam Obligatiefonds selecteren we landen die voldoen aan minimumeisen voor mensenrechten, klimaat en biodiversiteit. Zo moeten ze de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens respecteren. En bepaalde verdragen hebben ondertekend, zoals het verdrag tegen het gebruik van clustermunitie. Landen die aan onze criteria voldoen, toetsen wij jaarlijks op hun duurzame prestaties, zoals beschermd natuurgebied, CO2-uitstoot per inwoner en inkomensgelijkheid.
Duurzaam Impact
Klimaat
Het ASN Duurzaam Obligatiefonds heeft twee doelstellingen die bijdragen áan het klimaat. We lichten hieronder eerst de methodiekwijziging voor het berekenen van de impact op klimaat voor staatsobligaties toe die in 2023 is doorgevoerd. Daarna rapporteren we de voortgang op de doelstelling. De methodiek om de impact van staatsleningen op klimaat te berekenen is in 2023 gewijzigd. Het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) heeft de wijziging voorgesteld, wij volgen deze. De berekening van de impact van staatsleningen betrof voorheen alleen de goederen en diensten die overheden kopen. Deze methode was daarom nog geen goede weergave van de emissies die toegerekend dienen te worden aan een overheid. Emissies als gevolg van subsidies aan bedrijven werden bijvoorbeeld niet meegenomen. Ook werden de toegerekende emissies beïnvloed door de grootte van de staatsschuld. Sinds 2023 berekenen wij daarom ook de emissies van landgebruik, landgebruikverandering en bosbouw in een land. Op de volgende pagina’s is uitgegaan van de verbeterde berekening, zowel voor de data van 2023 als met terug-werkendekracht voor 2022.
CO2-uitstoot in tonnen per jaar
2022
2023
Afname
Scope 1 en 2
63.571
57.705
9,2%
Scope 3
56.221
50.352
10,4%
Totaal
119.792
108.057
9,8%
*Wij hanteren een unieke benchmark voor het fonds, de Bloomberg 80% EUR Treasury 1-10yr en 20% Euro Green Bond Government Related 1-10yr., die speciaal voor ons is ontwikkeld door benchmarkleverancier Bloomberg. Deze benchmark bestaat voor 80% uit landen die de hoogste duurzaamheidsscores hebben en euro-obligaties uitgeven, en voor 20% uit groene obligaties.
Vermeden CO2-uitstoot
Biodiversiteit
Onder biodiversiteit wordt verstaan: de variatie aan levende organismen en de verscheidenheid aan relaties die zij met elkaar hebben in ecosystemen.
Financieel rendement
Wij hanteren een unieke benchmark voor het fonds, de Bloomberg 80% EUR Treasury 1-10yr en 20% Euro Green Bond Government Related 1-10yr., die speciaal voor ons is ontwikkeld door benchmarkleverancier Bloomberg/
Nettorendement na aftrek van de kosten van het fonds t/m 30 april 2025*
Dit jaar
12 maanden
3 jaar**
5 jaar**
10 jaar**
Vanaf de start**
Fonds
2,49%
5,51%
0,50%
-1,09%
-0,26%
1,47%
*Op basis van de Netto Intrinsieke waarde (NAV).
** De gemiddelde nettorendementen per jaar (berekend per 30 april 2025) zijn na aftrek van de kosten van het fonds
Rendementsontwikkeling (groei per €100)
Maandbericht ASN Duurzaam Obligatiefonds
Toelichting resultaat
Het fonds behaalde in april een rendement van 1,47%. De index waarmee we het fonds vergelijken, de benchmark, kwam iets hoger uit op 1,51%. De benchmark steeg doordat de rente daalde. De rente die de Nederlandse staat betaalt voor een tienjarige staatsobligatie daalde in april van 2,96% naar 2,60%.
De staatsobligaties van België, Italië en Litouwen behaalden het laagste rendement en die van Kroatië, Ierland en Slovenië het hoogste. Het rendement op groene obligaties was in april lager dan dat op staatsobligaties.
Invloed van de selectie op het rendement
De Duitse rente daalde in april nadat de Amerikaanse president Trump forse importheffingen aankondigde. De verwachting is dat een handelsoorlog ertoe leidt dat de economische groei daalt en dat de inflatie in de eurozone afneemt door onder meer de grotere afzet van Chinese producten. Beleggers ruilden in eerste instantie hun riskantere beleggingen om voor veiliger beleggingen. Zo groeiden in het begin van de maand de meeste landenspreads, het verschil tussen de rente op de veiligere staatsobligaties van Duitsland en die van andere Europese landen. In de loop van de maand matigde Trump zijn retoriek en kwamen beleggers terug van hun vlucht in veilige beleggingen. Alleen het verschil tussen de korte en lange rente nam toe vanwege de verwachting dat de centrale banken de rente verder moeten verlagen.
Wijzigingen in de portefeuille
De daling van de Duitse rente was positief voor het resultaat van het fonds vergeleken met de benchmark, want het fonds had een hogere rentegevoeligheid dan de benchmark. Na de daling van de Duitse rente sloten we deze positie.
Het belang in Sloveense staatsobligaties was kleiner dan dat van de benchmark. Toen de landenspreads toenamen, brachten we deze onderweging in Slovenië terug. We vergrootten het belang in Ierland ten opzichte van België omdat Ierland minder gevoelig is voor ontwikkelingen in de export en een betere overheidsbalans heeft dan België.
Uitgelicht: de beleggingen in groene obligaties
Het fonds belegt momenteel meer in groene obligaties dan de benchmark. Per 1 mei verhogen we het belang van groene obligaties in de benchmark tot 40%.
We belegden in april meer dan de benchmark in groene, aan overheden gerelateerde obligaties. Dat pakte negatief uit doordat de spreads stegen van meer risicovolle obligaties van bijvoorbeeld Ørsted en EnBW Energie Baden-Württemberg AG (EnBW).
We breidden het fondsbelang in de groene obligaties iets uit met obligaties van de EU en de Duitse deelstaat Hessen. Er kwamen in april weinig nieuwe obligaties naar de markt vanwege de hoge wisselvalligheid van de koersen en de vlucht naar veilige beleggingen.
Visie en vooruitzichten
De vooruitzichten voor de eurozone zijn erg onzeker. Er zijn drie belangrijke risico’s: de invloed van de Amerikaanse importheffingen op korte termijn, de impact van de fiscale impuls van de EU om defensie-investeringen te ondersteunen op lange termijn, en de mogelijke positieve effecten van een staakt-het-vuren in Oekraïne. Verlaging van de rentetarieven door de Europese Centrale Bank (ECB) blijft de economie van de eurozone ondersteunen. Maar de vooruitzichten voor groei en inflatie op de lange termijn blijven onzeker. We denken dat positieve effecten, als die zich voordoen, tijd zullen vergen. Als de Amerikaanse economie zou afzwakken, vormt dat natuurlijk een groot risico voor de eurozone. Door het chaotische beleid van Trump wachten bedrijven af met hun investeringen, wat negatief is voor de groei. Als de mondiale groei en energieprijzen dalen, kan dat de ECB meer ruimte geven om de rente verder te verlagen, tot zelfs onder het neutrale niveau.
De nieuwe Europese fiscale plannen dringen overheidstekorten niet terug. Hoewel het Europese uitgangspunt meer ruimte biedt dan in de VS, kan dit een zorg blijven.
Stephan is een doorgewinterde beleggingsprofessional met meer dan 25 jaar ervaring. Hij begon in 2014 bij ASN Impact Investor en was (senior) fondsmanager van het ASN Groenprojectenfonds en de SRI fondsen voordat hij Hoofd Portfoliomanagement werd. Eerder werkte Stephan bij ABN AMRO Asset Management, Fortis Investments en BNP Paribas Investment Partners.
Milan Schut
Fondsmanager SRI fondsen
Milan Schut is de fondsmanager van de SRI fondsen en strategieën bij ASN Impact Investors. Hiervoor deed hij als analist bij de strategieën ook uitgebreide ervaring op met het selecteren van duurzame bedrijven voor het beleggingsuniversum van ASN Impact Investors en het verzamelen en interpreteren van duurzaamheidsdata. Milan studeerde Economie in Rotterdam en werkt sinds 2017 in de financiële sector, onder andere bij EY als adviseur financieel risico en bij MSF Asset Management als portefeuillemanager.
Mariëtta Smid
Senior Manager Duurzaamheid
Mariëtta is bij ASN Impact Investors verantwoordelijk voor het formuleren en bewaken van het duurzaamheidsbeleid. Al vanaf 2003 is ze betrokken bij de ASN-fondsen, destijds werd ze bij SNS Asset Management aangenomen als ESG-analist. De bedrijfseconoom werkte daarvoor als vermogensbeheerder en adviseur bij onder meer bij Friesland Bank, Fortis Bank en Van Lanschot Bankiers.
Duurzame beleggingsdoelstelling – Artikel 9